In de periode dat het leven nog vanzelfsprekend is, bestaat verlies niet echt. Je kunt je nog niet voorstellen dat alles eenmaal voorgoed voorbij gaat. Hechten aan bezit is in die fase oppervlakkig, zo gewonnen zo geronnen. Of zoals Gerrit Breteler het zingt: "Mar wat al te maklik wûn is, is like gau wer wei". Wellicht komt het mede doordat het bezit niet door eigen inspanningen is verworven, het is altijd gekocht met zakgeld of gekregen met een verjaardag. Daarmee is overigens niet gezegd dat