Eerder gepubliceerd op hardlopen.nl op 1 december 2021
De relatie van de moderne mens met eten is ingewikkeld. Te veel of te weinig, het levert beide problemen op, zowel fysiek als mentaal. Voor velen is het een strijd om het juiste evenwicht te vinden. En hoewel de definitie van gezond leven in tijd en ruimte niet statisch is, is er in ieder geval wel een redelijk algemeen idee van wat ongezond is.
Hardlopen en eten is voor velen ook een ingewikkelde combinatie. Veel hardlopers beginnen met lopen om gezonder te leven, wat vaak synoniem is aan een aantal kilo afvallen. Voor anderen is hardlopen weer een middel om zo af en toe ongestraft culinair uit de band te springen.
Optimaal presteren
Als je echter eenmaal serieus aan het hardlopen bent, wordt de vraag wat je wel en niet eet en drinkt interessanter. Eenieder die getraind heeft voor een marathon gaat op een zeker moment op zoek naar wat verstandig is om tijdens de lange duurtrainingen te eten, wat goed is om voor het lopen en erna te eten, en wat je het beste kunt nemen in de week voor de uiteindelijke wedstrijd. Als die zoektocht eenmaal is begonnen, wordt die al snel uitgebreid naar het totale voedingspatroon. Er zijn aparte kookboeken voor hardlopers, op vele websites en Instagram accounts zijn adviezen te vinden, totdat je door de bomen het bos niet meer ziet.
Toch is dat geen garantie tot totale gezondheid en geluk. In de Volkskrant van 29 oktober jl. vertelde Bart van Nunen over zijn strijd met eten en op topniveau hardlopen. Hij hongerde zichzelf uit totdat er bijna niks meer van hem over was. Graatmager was de norm. Dit verkeerde beeld van hardlopers had hij al in zijn jeugd opgebouwd en heeft hem in de jaren daarna bijna ‘de afgrond’ ingeduwd.
Sporen van vroeger
Ook al is het geen nieuw inzicht, het is goed te beseffen dat er veel in je jeugd kan misgaan. Het verhaal van Bart van Nunen raakte mij waarschijnlijk zo, omdat - hoewel heel anders - mijn jeugd mijn relatie met eten en drinken tot op de dag van vandaag definieert. Ik kan niet anders herinneren dan dat ik dik was. En hoewel je dat als kind niet per se als een last ervaart, zorgt je omgeving er wel voor dat dat toch gebeurt. Ik werd op het schoolplein Dik Trom en Billie Turf ineen.
Hoewel Billie en Dik al lang geleden zijn overwonnen, blijft het een dagelijks gevecht. Soms fysiek, maar altijd mentaal. In mijn hoofd blijf ik het kamerolifantje dat nu weliswaar met dagelijkse precisie bijhoudt wat zijn gewicht is, zo gezond mogelijk probeert te leven en daarom hardloopt – maar ook om nooit weer dik te worden, in elke winkelruit controleert hoe hij eruitziet en daar uiteindelijk nooit tevreden over is. In mijn hoofd zal ik altijd dat te dikke jongentje zijn met zijn vele praatjes en grapjes, die alleen maar bedoeld zijn om af te leiden, om te voorkomen, om te ontkennen.
De juiste balans
Toch moet het mogelijk zijn de juiste balans te vinden. Bart van Nunen is het levende bewijs. Hij heeft zijn eetpatroon helemaal omgegooid en als gezonde topsporter meegedaan aan de Olympische marathon. Dat is fijn om te lezen, dat het kan, evenwicht vinden.
Reactie schrijven