Eerder gepubliceerd op hardlopen.nl
De afgelopen maandagen heb ik welhaast ademloos gekeken naar de onwaarschijnlijk tedere serie ‘Het Scheldepeloton’ op Canvas. Een zesdelige documentaireserie van Lieven van Gils over vijf wielrenners uit Gent, vrienden, die eind jaren negentig/begin deze eeuw allen hetzelfde doel hadden: profwielrenner worden. Samen trainden ze daarvoor onder meer uren en uren langs de Schelde. Het lukt ze allemaal, maar de documentaire laat eens te meer zien dat de weg naar de top - wat de hel in dit geval is - uiteraard geplaveid is met goede bedoelingen, maar vooral met soms onneembare hobbels.
De verhalen kennen weliswaar een verschillend verloop, maar zijn uiteindelijk hetzelfde. Vijf keer het verhaal van Icarus (uit de Griekse mythologie) over het eindeloze en rusteloze verlangen naar de warmte van de zon en de bijbehorende roem en het onvermijdelijke vallen, want te dichtbij en je verbrandt. Soms gaat het vallen zover dat een vriend niet meer opstaat, maar voor altijd blijft liggen. Er zijn er nog maar drie. De koers maakt slachtoffers, fysiek en mentaal, maar desondanks. Zolang ze kunnen opstaan, gaan ze door, geknakt maar nooit gebroken.
Toewijding en overgave
Maniakale toewijding, dat is wat nodig is om lid te kunnen zijn van het (Schelde)peloton. Niet alleen van de vrienden, maar ook van hun hele omgeving, die slechts omlijsting is van hun race naar de top, het professionele bestaan. Alles moet daarvoor opzij, totdat het niet meer kan. Opvallend in de documentaire is de liefde van de omgeving voor hun kind, vriend, man en de acceptatie dat hun leven in dienst staat van, zelfs als de vrienden over de rand vallen.
Verschil in verhalen
Wielerverhalen zijn meestal smeuïger dan hardloopverhalen. Ik weet niet precies waardoor dat komt. Wielerverhalen gaan over de strijd in de koers, over vriendschap en over verraad, over manieren om geoorloofd of ongeoorloofd harder te gaan, te winnen, over handjeklap en over oprechte vreugde over winst (en verlies). Het gaat over ploegenspel en het kent een eigen taal. Het gaat over koffie, wijn en bier. Over topsport en bourgondisch leven. Als recreant kun je je goed vereenzelvigen met het peloton, het is immers als het leven zelf.
Hardloopverhalen gaan vaak over het nut van bietensap, afvallen, energierepen, over wie de mooiste is. Vereenzelviging met de toppers is moeilijk, meestal zijn het monomane eenzaten. Vaak zijn ze hoekiger en stuurser, het lijken andere karakters. Bourgondisch leven is er nooit bij. Verhalen van hun wedstrijden zijn meestal saai en verlies is lelijker bij hardlopers dan bij wielrenners. Een hele marathon kijken vereist flink doorzettingsvermogen, zelfs een rustige Touretappe is een feest om te zien.
Over de drempel
Oneerlijk? Zeker, want de toewijding is hetzelfde. Ook van topatleten uit de atletiek, zowel op de baan als op de weg, kan een documentaireserie als ‘Het Scheldepeloton’ gemaakt worden. Hun streven om zich te warmen in de zon van de roem is gelijk aan die van de wielrenners, ook zij zijn maniakaal en ook zij onderscheiden zich van mij doordat ze over de drempel van de angst durven te stappen om in het onbekende roem en eer te vinden ofwel hun val.
Tot die documentaire uitkomt, kijk ik iedere maandag weer naar de volgende aflevering van ‘Het Scheldepeloton’ en zal ik me weer laten raken door die jongens en hun omgeving die vol overgave reikten naar het hoogst haalbare.
Reactie schrijven