Eerder verschenen (op 2 juni 2021) op hardlopen.nl
Ik heb nieuwe kousen. Compressiekousen. Fluorgeel. Aan mijn moeder gevraagd en gekregen voor m’n verjaardag ook al vindt ze dat ik voor schut loop in deze kousen, zowel voor wat betreft de kleur als de lengte. Ik had eerst roze gevraagd, maar dat was een brug te ver. Toen mijn moeder ze zag moest ze hard lachen. Zulke kousen kende ze wel, dat waren steunkousen, zo oud was ik nou toch ook nog niet!
Ik loop al jaren met kousen. Bijna al mijn blessures zijn kuitblessures en toen iemand mij ooit suggereerde dat ik minder blessures zou krijgen als ik met compressiekousen zou gaan lopen, zette ik mijn bezwaren – aanstellerij en niet wetenschappelijk bewezen – tegen hardloopkousen opzij en liet ik me een paar aanmeten. Immers, niet geschoten is altijd mis. Inmiddels ben ik een flink aantal kuitblessures verder, maar ik loop ijzerenheinig door met de kousen in de felste kleuren (roze zijn natuurlijk al lang in het bezit).
Baat het niet dan schaadt het niet
De reden waarom ik blijf lopen met dure kousen die geen meerwaarde hebben? Gewoonte, maar vooral bijgeloof. Want dat ben ik, bijgelovig. Zoals anderen zeker weten dat je niet kunt trainen zonder een warming-up van rekken en strekken, weet ik zeker dat als ik zonder deze kousen loop, mijn spieren al na tien meter in een kramp schieten en dat ik serieus trainen wel kan vergeten. En dan geldt ook nog dat het van het ‘beste’ merk moet zijn, dus geen goedkoop namaakmateriaal. Hardlopen doet vreemde dingen met de mens. Het gezegde ‘baat het niet dan schaadt het niet’ rek ik flink op.
En bleef het maar bij de sokken – dan kon ik het nog uitleggen als een kleine afwijking. Maar helaas, ik ben een vat vol bijgeloof. Ik vlei mezelf door me voor te houden dat het rituelen zijn. Dan mag het ook wel wat kosten, rituelen zijn tenslotte belangrijk in iemands leven. Maar het is wat het is: bijgeloof. Ook al begint het meestal met de meeste goede bedoelingen zoals met de sokken.
Onschuldig begin
Ook met m’n schoenen begon het onschuldig. Toen ik begon met lopen kocht ik, na eerst gelopen te hebben op m’n zaalvoetbalschoenen, een paar hardloopschoenen van ASICS. Niets bijzonders, maar het waren wel hardloopschoenen. Na een jaar moesten er nieuwe komen. Was ik de eerste keer bij een generieke sportzaak geweest, nu ging ik naar een hardloopspeciaalzaak.
Het werd het topmodel, althans in prijs, van ASICS. Sindsdien loop ik met de nummers mee. Ik heb me tweemaal een ander merk aan laten praten, maar met beide paren had ik binnen de kortste keren een blessure, waarvan ik zeker weet dat het door de schoenen kwam. Nu dus geen polonaise meer aan mijn schoenen, alleen nog Gel Nimbus in maat 44,5. Ook dat is niet onbelangrijk hè. Heb een keer maat 44 gekocht, meteen een blessure.
Verder zweer ik bij ondershirts van Falke, strak en glad. Daar ben ik ooit mee gaan lopen, omdat ik bij afstanden vanaf de halve marathon bloedende tepels kreeg. Nu loop ik zelfs bij een rondje van drie kilometer met een ondershirt. Onzin, maar zonder voelt naakt. Ook hierbij wel eens een ander merk geprobeerd, maar ook dan ging het meteen mis – ook al weet ik niet meer precies wat. Over m’n laatste aankoop, een slim klokje dat ook nog zo ongeveer mijn schoenen poetst, begin ik maar niet.
Ik heb me afgevraagd of het erg is en ik denk van niet. Het is vrij onschuldig en ik doe er niemand kwaad mee. Dat soort bijgeloof kun je hebben. Heel stiekem maakt het het hardlopen zelfs een stukje leuker, want het zijn míj́n dingetjes en ze zorgen ervoor dat het míj́n hobby blijft.
Reactie schrijven